De patronen van het leven

Het leven is vol verrassingen. Planning is soms mogelijk, maar stuit vaak op een onvoorspelbaar veranderende werkelijkheid. Sommigen ervaren dit als willekeurig toeval. Anderen doen hun best wat structuur in de ogenschijnlijke chaos te zien. Hierbij wat eigen ervaringen en inzichten. Uiteraard is dat niet bedoeld om een (vermeende) waarheid te presenteren. Het is slechts een persoonlijke poging om enige structuur in de belevenissen te veroveren.

Zoals elders is betoogd, patronen bestaan dankzij het gebruik van oogkleppen. De wereld, en daarmee ook het leven, is zo rijk, zo vol van kleur, details, gebeurtenissen, dat alleen door er een focus in aan te brengen een zinvolle structuur ontstaat. Voor de wiskunde zijn dat de axioma’s, voor de natuurkunde o.m. de behoudswetten . Voor de discussie hieronder  over het menselijk leven worden de volgende basisprincipes aangenomen.

  1. Het leven speelt zich af in een fysieke, materiële wereld.
  2. Voor ieder persoonlijk geldt een systeem van vormkrachten dat verantwoordelijk is voor zijn gewoontes en gezondheid.
  3. Ieder heeft een ziel waarin verlangens, jaloezie, angsten, boosheid, plannen e.d. leven.
  4. Er bestaat een centrale entiteit die kan ingrijpen in ieder van de drie domeinen hierboven.
  5. Het leven heeft zin.

Deze gebieden kunnen worden aangeduid met de begrippen fysiek lichaam, levenslichaam, ziel, ik en geest. De laatste twee worden ook wel het lagere ik en het hogere ik genoemd. Het lagere ik grijpt via de ziel en de lichamen in in het concrete leven. Het hogere ik bewaakt via lange termijn doelstellingen de richting van dit ingrijpen. Het doet dit in afstemming met andere wezens in de geestelijke wereld. Deze wereld is gemeenschappelijk, evenals de fysieke wereld waarin het fysieke lichaam leeft.

Veronderstellen we het voorgaande als gegeven, dan kunnen we nu proberen onze waarnemingen, belevenissen en daden in de fysieke wereld te begrijpen. Op grond van het gegeven dat het leven zin heeft kunnen we op zoek gaan naar gebeurtenissen met een gelijksoortige kleur. Hun patroon zou dan in een richting kunnen wijzen van waaruit de zin van een concreet leven zou kunnen worden begrepen.

Ieder gebied heeft zijn eigen patronen. Dit zijn terugkerende eigenschappen die niet gemakkelijk te veranderen zijn. Bij het fysieke lichaam is dat het lastigs. Korte, stevige, of lange slanken botten van armen en benen zijn een gegeven. Daar verander je niet veel aan. De soepelheid van gewrichten of de kracht van de spieren zijn met moeite wel wat, vaak tijdelijk, aan te passen. Het levenslichaam omvat ook onze gewoontes: hoe en wat we eten, de manier van bewegen, ons handschrift, het dagritme, de manier van spreken, e.d. Deze kunnen allen met de nodige inspanning en wilskracht worden veranderd. Het levenslichaam is flexibeler dan het fysieke lichaam.

Bij het onder controle krijgen van wat zich in de ziel afspeelt wordt niet vaak stilgestaan. Het lijkt er op dat gemoedsstemmingen, enthousiasme, angsten en boosheid ons overkomen. Zij beïnvloeden vaak het gedrag. We kunnen daarop door huisgenoten of collega’s worden aangesproken. Dit kan er toe leiden dat we in elk geval de voor onze omgeving meest hinderlijke uitingen van onze stemming onder controle proberen te krijgen. Het is echter ook mogelijk om bijvoorbeeld angst of boosheid zo te ervaren dat het niet meer is dan een pijn die ons overkomt, zoals bij een insectenbeet. Het kan zoiets als  een waarneming worden. zoals een blik op een verwaarloosd huis. We kunnen erdoor getroffen worden, maar het domineert ons niet. Uiteindelijk is een insectenbeet met enige wilskracht te verdragen.

Maar ook het omgekeerde is mogelijk. We kunnen gevoelens opwekken, we kunnen besluiten om interesse te hebben voor een kunstwerk of voor een plan dat ons wordt gepresenteerd, we kunnen liefde gaan voelen voor een medemens, we kunnen vreugde koesteren voor een geschenk dat we ontvangen, of nog beter, voor een geschenk dat we mogen geven. Ons ik kan de wil met richting en kracht voeden die naast lichamelijke veranderingen ook, en vooral, de ziel kan vormen.

Doordat we onszelf kunnen veranderen kunnen we groeien in een richting die dienstbaar is aan onze omgeving. Sommigen zien daardoor twee samenhangende doelstellingen voor het leven: : de eigen ontwikkeling en de inzet van het resultaat daarvan voor de omgeving, voor de wereld. Soms hoor je dit mensen kort en krachtig verwoorden, bijvoorbeeld: “als je iets niet bevalt, verander het dan of accepteer het”, of “klaag niet, maar doe er wat aan”, of “ieder probleem is je eigen probleem”.

We kunnen echter ook patronen zien die niet voortkomen uit ons lichaam of ons innerlijk, maar die veroorzaakt lijken door de gebeurtenissen die van buiten  op ons afkomen. Het zijn daardoor patronen waarop ons bewustzijn geen directe invloed heeft. Zij worden veroorzaakt door ons hogere ik. Enkele voorbeelden.

Iemand met drie mislukte huwelijken kan constateren dat hij elke keer in dezelfde conflictsituatie terecht is gekomen. Werknemers zouden iets dergelijks ook kunnen ervaren in een reeks problemen op hun werk. Soms wordt dit verwoord met “het leven, of de wereld is tegen mij”.

In concreto heb ik een man gekend die altijd formele problemen had, met de verzekering, met de belastingen, met de administratie van vakantiedagen, met reisdeclaraties.Zo maakte hij ooit een dienstreis vanaf zijn huis. Zijn werkgever wilde deze slechts gedeeltelijk vergoeden omdat een deel van de reis samenviel met het dagelijkse traject tussen huis en werk en dat hij toch elke dag moest afleggen. Het ging om een onbeduidend bedrag, maar de man was zo verontwaardigd over de kinderachtigheid hiervan dat hij vele malen tijdens lunch aan zijn collega’s de vorderingen van zijn bezwaarschriften rapporteerde.

Een andere voorbeeld betreft iemand met een grote technische interesse. De mogelijkheden van iedere apparaat, computer of gadget dat hij kocht, voor zijn werk of thuis, werden altijd tot in de diepte bestudeerd en tot het uiterste opgerekt. Regelmatig leidde dit tot problemen, bijvoorbeeld computers met extra schijven en (meer dan) maximaal geheugen die crashten, terwijl minder ambitieuze collega’s goed door konden werken. Na afloop van een vakantie vertelde hij eens dat hij met zijn caravan een kleine landweg was opgegaan. De caravan raakte van de weg en gedeeltelijk in de sloot naast de berm.  Hij probeerde hem zelf weer uit de sloot te tillen. Uiteindelijk lukte dit, maar hij moest geruime tijd onder behandeling van een fysiotherapeut en vermoedelijk heeft een een blijvende hernia opgelopen. Er zijn pogingen gedaan om hem het patroon van dergelijke gebeurtenissen duidelijk te maken, maar (ogenschijnlijk?) tevergeefs.

Bij sommige sollicitaties is Japan was het (in het verleden?) een pre als je in het CV kon vermelden dat je een loterij had gewonnen. Het idee was dat geluk hebben een patroon in je leven kan zijn. Dit is in overeenstemming met de geluksvogel Guus Geluk en de pechvogel Donald Duck in het gelijknamige kinderblad. Maar naar welke zin in het leven wijst dit? Laten we naar een fictief voorbeeld kijken waarvan we de wortels enigszins kunnen blootleggen.

Laten we iemand nemen met grote sociale vermogens. Hij kan gemakkelijk met mensen omgaan, kan goed luisteren en kan soms met een enkel woord iemand een zinvolle aanwijzing geven. Hij heeft een vrolijke, gezellige natuur, waardoor men hem graag opzoekt. Hierdoor blijven echter soms mensen aan hem hangen. Hij roept bij hen verwachtingen op, die hij maar gedeeltelijk kan vervullen. Sommigen blijven bij hem steeds weer opzoeken. Zij worden samen met hun problemen een deel van zijn leven..

Zijn natuur volgend omarmt hij dit en schenkt hij veel aandacht aan zijn relaties. Toch knaagt er iets. Soms betreurt hij dat hij maar weinig energie voor zichzelf heeft gebruikt en vraagt hij zich af wat hij had kunnen bereiken als hij wat meer egoïstisch was geweest.

Vanuit een hoger standpunt bezien kan worden geconstateerd dat zijn afwegingen een uiteenzetting waren tussen het hogere ik dat het plan en mogelijkheden van het leven creëert en het lagere ik dat bewust in vrijheid keuzes wil maken. Ook in de andere voorbeelden zijn dergelijke afwegingen tussen de diverse levensgebieden te vinden. Bij de herkenning van de patronen worden deze afwegingen bewust. Dit resulteert dan in het besluit om hetzij voor de eigen ontwikkeling te gaan, hetzij voor een inzet voor de omgeving. Soms roepen de gebeurtenissen nadrukkelijk op tot zo’n ontwaken. Het leven gaat er uiteindelijk om om vanuit bewustzijn een individuele vrijheid te veroveren.

Ontdekken we de patronen in onszelf of in de gebeurtenissen die op ons afkomen dan roept ons hogere ik ons op om hetzij ergens in onszelf iets te veranderen en daardoor te groeien, hetzij het patroon te accepteren. Als we dat laatste doen, dan kan het patroon tot een vermogen worden, een stevigheid die bij ons leven hoort en die we zouden kunnen gebruiken als we ons inzetten voor de wereld om ons heen. Hoe dan ook, de patronen van het leven leiden tot het “Ken U Zelf”.

Print Friendly, PDF & Email
Scroll naar boven