De ziel van de robot

Heeft een robot een ziel? Heeft een schilderij een ziel? Heeft een huis een ziel? Heeft een vertrouwde, 20 jaar oude auto een ziel? Zij kunnen uniek zijn en een emotionele relatie met ons hebben. Soms is alleen de eigenaar in staat om de auto te starten. Naar anderen luistert hij niet.

Robots kunnen als wezenlijk worden ervaren. Zij kunnen verbonden zijn met elementenwezens. Als zodanig zouden zij een ziel kunnen hebben.Er wordt veel onderzoek gedaan naar emotie-herkenning: hoe moet je een robot leren om menselijke emoties te herkennen. De hele robotica is een poging de mens na te bouwen. Dat leert ons veel over de mens.

In alles wat de mens maakt drukt de maker zich af. We herkennen de schilder, de aannemer, de architect, de monteur en de gebruiker in wat zij gemaakt en onderhouden hebben. In de robot drukt de mensheid zich als geheel af, maar eventueel ook degene die hem op zijn specifieke taak voorbereidt. Als wij omgaan met een machine worden we geconfronteerd met in materie uitgekristalliseerde zielen-eigenschappen van de mens die hem heeft gemaakt.

Uiteindelijk zullen er verschillen blijven bestaan tussen mens en robot. Dan herkennen we het typisch menselijke in de moraliteit, de liefdekrachten, de initiatiefkrachten. In de robot is dit uitgekristalliseerd, verhard verleden. Het hier en nu is niet echt aanwezig. Het is er voor zover het voorzien was. In de robot manifesteert zich het dode denken en de voorgeprogrammeerde emotie.

Mensen, werknemers die door hun werkgever gedwongen worden om zich strikt volgens protocollen te gedragen zijn slechts robots. Zij worden moe, maken fouten, zijn niet consistent. Zij zullen op den duur hun werkplek verliezen aan een robot. Zij die hun wezenlijke vermogens als mens in hun werk mogen leggen kunnen niet door een robot worden vervangen. Het gevaar dreigt dat hun werkgever door wantrouwen, korte-termijn-denken, winstbejag of overheidsvoorschriften toch liever robots heeft dan menselijke werknemers. Wij worden daarom voortdurend uitgedaagd de menselijke meerwaarde in ons handelen tot uiting te laten komen.

De ziel van de robot ligt in het verleden. Hij is niet wakker voor de toekomst of voor het onverwachte in het hier en nu. Wanneer dit zich voordoet zou de robot dat moeten herkennen en om menselijke interventie vragen. Daarnaast zou op ieder moment een mens de robot moeten kunnen uitschakelen en zijn taak tijdelijk overnemen.

Zie ook  “De geest van de robot”

Print Friendly, PDF & Email
Scroll naar boven