Christina

Christina von Dreien (pseudoniem), Zwitserland, 2001,  is een nieuwetijdskind dat haar weg in de wereld heeft gevonden. Ze had een moeizame geboorte, in de paasnacht van 2001. Haar iets oudere en sterkere tweelingzuster overleed na zeven weken. Pas na haar zesde jaar zag Christina met veel strijd en volhouden kans zichzelf te voeden.

Haar bijzondere empathische en helderziende vermogens werden vroeg herkend. Vanaf haar veertiende jaar kon ze deze een plek in haar leven geven en er uitgebreid met haar moeder over spreken. Deze stond er volledig voor open en leerde door Christina veel van de wereld, de kosmos en de schepping. Zij schreef hier twee boeken over in 2017 en 2018.

Hierin worden naast geboorte, kindertijd en schooltijd vele belevenissen en mededelingen van Christina besproken. Het is verbijsterend, zowel voo haar moeder als voor de lezer, hoe snel Christina in staat is om de wereld waarin ze is geboren te doorgronden en te verbinden met haar voorgeboortelijke oorsprong. Zeer snel kan ze technische en wetenschappelijke begrippen en feiten van het internet opnemen, plaatsen in haar esoterisch bewustzijn en woorden vinden om dit uit te leggen.

Nadat ze haar schooltijd had afgesloten begon Christina vanaf 2018 naar buiten op te treden. Ze startte een reeks van seminars, interviews en workshops, voor honderden, soms meer dan duizend mensen. De uitgever gebruikte deze voor een derde boek, in de herfst van 2019 in Zwitserland gepubliceerd en in mei 2020 in vertaling in het Nederlands verschenen.

Hier komt Christina zelf aan het woord, soms met herhalingen, want de tekst is gebaseerd op zelfstandige seminars die geen systematische reeks vormen. Er worden op grond van helderziendheid verkregen inzichten, waarnemingen, levenslessen en mensheidsperspectieven gepresenteerd. Het lijkt zeer authentiek. Er zijn geen referenties naar andere geschriften of inzichten van andere  zieners.

Als we de karakterisering van John van Schaik volgen [1] dan gaat het hier duidelijk om een New Age fenomeen. De New Age beweging is volgens hem niet georganiseerd in een genootschap of vereniging en baseert zich direct op spirituele ervaringen zonder de ballast van een zware inwijdingspraktijk en traditie. Zij beroept zich op deze ervaringen zonder dat daarvoor moet worden geoefend. Dat leidt tot een vrijblijvendheid omdat er geen poging wordt gedaan de waarnemingen in een sluitend raamwerk te plaatsen. Waar ze vandaan komen en waar ze aan te relateren zijn doet er niet zoveel toe. Toch bestaat bij steeds meer New Agers de behoefte zich aan te sluiten bij een traditie. Tot zover John van Schaik.

De antroposoof die de boeken van Christina leest voelt een dergelijke behoefte zeer sterk: hoe past dit in het werk van Steiner? Je kunt toch niet schouderophalend voorbij gaan aan iemand die het nadrukkelijk heeft over karma en reïncarnatie, over de mensheidsontwikkeling, over de Aarde als kosmisch wezen. Iemand die er vlak voor de Corona-crisis met grote nadruk op wijst dat we aan de rand staan van een grote catastrofe als de mensheid niet binnen enkele tientallen jaren een essentiële stap maakt. Aan de ene kant spreekt ze het vertrouwen uit dat het wel goed komt, aan de andere kant ziet ze het als haar taak om ieder aan te sporen om niet achterover te leunen, maar in tegendeel, ook zijn persoonlijke ontwikkeling ter hand te nemen: we moeten het met zijn allen doen.

Hieronder volgt een poging om een aantal van de uitspraken en inzichten van Christina te relateren aan de antroposofie. Voor de antroposofie staan ons meer dan driehonderd werken van Steiner ter beschikking en nog een veelvoud daarvan aan secundaire literatuur. Het is uiteraard op geen enkele wijze te  verwachten een paar boeken zich zou kunnen verhouden tot de rijkdom aan inzichten en gezichtspunten van de antroposofie. Het gaat echter wel over hetzelfde onderwerp: de ontwikkeling van de mens en de mensheid. Het is daarom interessant om ogenschijnlijke tegenstrijdigheden te noteren en een poging te wagen deze op te lossen.

Lichaam, ziel, en bron

We hebben volgens Christina een fysiek lichaam en een of meerdere fijnstoffelijke lichamen. Deze laatste lijken (gedeeltelijk) samen te vallen met de ziel. Over een ‘ik’ of een geest spreekt ze nauwelijks. Wel over de bron. Deze is verantwoordelijk voor alles wat geschapen is. Soms lijkt het dat wij een eigen bron hebben, maar uiteindelijk valt die samen met God, met de oerschepper. De ziel is voor Christina eeuwig en bevat vermoedelijk onze individualiteit. De bron is extern en is de plek waar al het geschapene zijn oorsprong vindt.

Christina spreekt vanuit een hier-en-nu, op deze aarde, in dit leven. Dat we een hoger ik hebben dat de levens overziet wordt niet ontkend. Vermoedelijk valt die samen met wat zij de bron noemt. Als we in deze bron ook de engelenhiërarchieën plaatsen en alle lagere wezens die hen ten dienste staan dan conflicteert haar beschrijving niet met de antroposofie.

Het spirituele team

Bij onze ontwikkeling worden wij terzijde gestaan door een spiritueel team. Dit wordt verder niet gespecificeerd. Wel worden de wezens genoemd die zich met onze organen, zelfs de cellen van ons lichaam, en de dingen waarmee we verbonden zijn. Deze zijn sensitief en berichten ons niet alleen wat er in ons lichaam, maar ook wat er in de buitenwereld en bij andere mensen omgaat. Al deze wezens werken samen, of maken deel uit van het team. Interessant is dat je dit team opdrachten, ‘instructies’ kan geven. Ze zitten daar in feite op te wachten, want dat is hun taak. Dit kunnen zeer praktische opdrachten zijn, als, “ik heb een boek over dat en dat onderwerp nodig”. De instructie wordt dan uitgevoerd doordat er iemand langs komt met zo’n boek, of je ziet het toevallig in een etalage liggen.

In de visie van Christina zijn wij voortdurend als scheppers bezig en putten onze energie uit de bron en realiseren onszelf, ons leven en onze omgeving op grond van onze inzichten met behulp van het spirituele team. Wij kunnen hieraan opdrachten geven, in tegenstelling tot aan de gestorvenen. Hiermee moeten wij voorzichtig en respectvol omgaan. Zij hebben hun eigen vrijheid en verantwoordelijkheid.

Christina ziet geen vrijheid ziet voor het team. In antroposofische termen omvat het vermoedelijk zowel etherwezens, als astrale wezens en misschien zelfs ons hogere ik en eventueel engelen (deze laatsten zouden ook tot de bron kunnen horen) . Geen van allen worden door Christina genoemd. Opmerkelijk is dat ze van de mens stelt dat hij een geïncarneerde god is die zijn oorsprong is vergeten omdat hij via de vergetelheid zijn vrijheid wil veroveren.

Energie

De bron is de bron van energie, met name liefdesenergie. Het is zaak om deze deze te activeren t.b.v. onszelf, de mensheid en de Aarde. Daarnaast zijn er echter nog vele andere wezens die in de antroposofie een plek hebben in de hiërarchieën, maar die door Christina meer worden geschetst als een bevolking van de kosmos, fysiek of fijnstoffelijk. Zij bemoeien zich soms wel, soms niet met Aarde en mens, soms in positieve zin, soms in negatieve zin. Zij maken ook gebruik van de bron, maar zijn het niet.

Het lijkt er op dat de bron de verzameling is van alle scheppingsmachten boven de mens. Alle wezens, de bevolking van de kosmos, kunnen worden geïnterpreteerd als de lagere wezensdelen (hun ‘lichamen’) van de diverse soorten engelen, dan wel hun gevallen broeders die een ontwikkelingsstap hebben gemist en in de zwaarte terecht zijn gekomen. Christina is vaak beter te begrijpen als je ervan uitgaat dat ze schepping van de buitenkant beschrijft en dat ze niet ingaat (of niet in wil gaan) op de hiërarchische samenhang van de diepste wezensdelen.

Trillingsgetallen

Dominant in het boek is het concept trillingsgetallen. Wat er trilt wordt niet uitgelegd. Het gaat er voor ieder wezen om zijn trillingsgetal te verhogen. Hierdoor ontstaat een hiërarchie van mensen en hogere wezens. Toch is ieder wezen uniek, en heeft daardoor een taak in de kosmos. Door een hoger trillingsgetal te bereiken scherm je je af van tegenstrevende krachten met een lager trillingsgetal, bijvoorbeeld ook van de schadelijke werking van 5G.

Voor antroposofen wordt het boek wat leesbaarder als voor trillingsgetal etherkracht wordt gelezen. Toch is dit niet helemaal hetzelfde. De wereld van Christina is opgebouwd als bron –> energie –> trillingsgetal -> schepsel, waarbij dit laatste zowel fysiek als niet-fysiek zou kunnen zijn.

De kosmos, het universum, de vergetelheid

Het universum is zeer groot en kent vele beschavingen volgens Christina, zowel fysiek als niet-fysiek. Sommige zijn veel verder dan de Aarde. Toch is de Aarde bijzonder omdat hier een uniek experiment plaats vindt: uiteindelijk zullen de mensen hun fysieke lichaam door de dood kunnen meenemen. Dit is nog nergens anders geprobeerd. Om dit te bereiken is de aardse mensheid door de ‘vergetelheid’ heengegaan. Een tijdperk waarin we onze goddelijke oorsprong zijn vergeten en we bovendien vergeten zijn dat we iets vergeten zijn.

Interessant is dat Christina de lengte van dit tijdperk op enkele duizenden jaren stelt en dat dat tijdperk nu ruim honderd jaren achter ons ligt. Dit komt overeen met het door Rudolf Steiner en anderen benoemde Kali Yuga (3101 v.C.-1899 n.C.). Het meenemen van het fysieke lichaam door de dood lijkt op de vergeestelijking van het fysieke lichaam, met dat verschil dat dit voor Christina vlak bij is en voor Steiner pas in een verre aardperiode bereikt zal worden.

Wat volledig mankeert bij Christina is een beschrijving van de planetensferen en de dierenriem. Er wordt in nogal fysieke termen over verafgelegen sterrenstelsels gesproken met hun eigen planeten en beschavingen. Bij haar eigen incarnatie had Christina de keuze uit enkele tientallen planeten. Ze vond de aarde het mooist en meest interessant. In haar teksten spreekt ze de zaal vaak toe in termen van ‘jullie’, wanneer ook wij of ons had gekund. De lezer vraagt zich daarom af of ze zichzelf wel tot de mensheid rekent.

De huidige aarde is voor Christina een kosmische ontmoetingsplaats met vele mensen en andere wezens, sommige veel verder ontwikkeld dan wij, de mensen. Velen, maar niet alle, zijn fijnstoffelijk en niet zichtbaar.

Rudolf Steiner spreekt over menselijke incarnaties vanaf andere planeten in ons zonnestelsel ten tijde van Leimurië en Atlantis. Daarna zou het nog zeer sporadisch voorkomen. Voor deze tijd geeft hij aan dat er ‘ikloze’ mensen zich zouden kunnen incarneren.

Scholingsweg

Een cruciaal verschil met de antroposofie is de scholingsweg en de karmische ontwikkeling. Voor Christina is onze zielehouding essentieel. Deze moet open, blij en liefdevol zijn, zelfliefde mag, moet zelfs, maar niet alleen. We moeten dingen doen die prettig of nuttig zijn voor onszelf of voor onze omgeving. Het gaat hierbij om de intentie. Het resultaat is ondergeschikt.

De scholingsweg volgens Rudolf Steiner start met de nevenoefeningen. Vervolgens zijn er de meditaties, imaginatie, inspiratie en intuïtie. Het is een serieuze en langdurige onderneming. Rudolf Steiner geeft aan dat in de toekomst dit niet meer nodig zal zijn omdat de mensheid als geheel de drempel met de geestelijke wereld zal passeren. Het lijkt er haast op de Christina tegen mensen spreekt voor wie dit al het geval is en hoe zij daar hun gedrag aan kunnen adapteren.

Voor Rudolf Steiner geldt bovendien dat we moeten leren van de uitwerking van onze daden. Als we met de beste bedoelingen de stomste dingen doen dan hebben we nog veel te leren. Dat kan direct in dit leven blijken, of het komt in een volgend leven aan de orde. Voor Christina is de momentane zielenhouding essentieel.

Alles komt zoals het komen moet

Vaak klinkt er een soort voorbeschikking door bij Christina: alles komt uiteindelijk goed, vertrouw daarop. Ze spoort ons toch aan om aan de slag te gaan, maar lijkt erg bang om streng te zijn omdat ze het oproepen van gevoelens van angst en dwang wil vermijden. Licht, liefde en vrede vieren de boventoon. Hierdoor krijgt haar boodschap een sterke Luciferische kleur. Ahriman is ver weg.

Licht en onlicht

Het kwaad als zodanig wordt niet benoemd. Tegenover het licht, dat liefde en vrede brengt staat niet de duisternis maar het onlicht. Er is daardoor (ogenschijnlijk?)  geen sprake van een balanceren tussen verleiding en angst, tussen hart en hoofd, en daardoor een zelfstandig ik te bereiken. Christus komt in deze rol  niet ter sprake.

 Vergetelheid en vrijheid

De periode van vergetelheid, voor de mensheid en de individuele mens in zijn incarnaties, is een belangrijk punt voor Christina. Het komt vaak opnieuw ter sprake. Ze stelt zelfs dat de mensen die dit doorgemaakt hebben hier voordien bewust voor gekozen hebben en in feite goden waren die zich hier vrijwillig aan onderworpen hebben.

Hier doemt een logisch conflict op: De vergetelheid leidt juist na afloop tot vrijheid. Hoe kun je daar vooraf vrijwillig voor kiezen?

Opruimen

Uitgebreid komt bij Christina het opruimen van het verleden ter sprake. Waar mogelijk moet afscheid worden genomen van oude patronen en werkwijzen, van alles wat uit het verleden stamt en geen werking meer heeft. Alles is wezenlijk bij Christina, in de zin dat patronen, voorwerpen, elementen uit de natuur, allemaal een gevoel en een bewustzijn hebben. Je moet ze niet gevangen houden als er geen taak meer is, maar ze bevrijden. Dit afscheid nemen geeft aan deze wezens en onszelf ruimte voor het nieuwe.

Christus wordt in haar boeken slecht sporadisch genoemd. Op dit punt wijst zij echter op bewustzijn voor dood en opstanding zonder dat zo te noemen. Het is niet iets wat ons overkomt, maar waarvoor wij kiezen als het aan de orde is. De ruimte die het geeft wordt gevuld met liefde, vrede en geluk. Als wij de kracht opbrengen om het opruimen en afscheid nemen te realiseren, dan hebben we dat toch te danken aan de werkzaamheid van Christus in ons. Hier lijkt Christina’s boodschap toch erg christelijk.

Eigen vrijheid en verantwoordelijkheid

Een hoogtepunt in het boek is hoofdstuk 19. Hier wijst Christina ieder die bij haar komt voor persoonlijke raad resoluut terug. De tijd van goeroes is lang voorbij! Ieder die iets op haar bordje probeert te leggen krijgt dat met dezelfde energie onmiddellijk retour. Christina wil slechts informatie verstrekken.  Het ligt volledig binnen de vrijheid en de verantwoordelijkheid van de luisteraar om daar het zijne/hare mee te doen.

Rudolf Steiner wijst er in het begin van de twintigste  eeuw op dat grote groepen mensen onbewust de drempel naar de geestelijke wereld passeren. Is het zo dat een eeuw later Christina mensen die al over de drempel zijn en open staan voor haar boodschap er op wijst dat zij hun eigen ontwikkeling ter hand kunnen nemen? Het zou kunnen dat zij informatie nodig hebben. Die kunnen zij van haar krijgen, maar die is nooit persoonlijk. Wat daar mee moet gebeuren is niet haar taak, maar moeten de toehoorders zelf bepalen. Dezen wordt geacht daartoe in staat te zijn.

5e dimensie

De Aarde, of de mensheid op de aarde, staat op het punt om naar de vijfde dimensie over te gaan. Vaak worden wij er op gewezen dat we nu nog in de derde dimensie leven, maar dat de vijfde dimensie binnenkort voor ons opengaat. Dit zal gebeuren als het trillingsgetal van voldoende mensen voldoende hoog is. De mensheid en de Aarde zullen dan daarheen overgaan.

Het zijn dergelijke mededelingen die de occulte onderzoeker er toe brengt een boek geïrriteerd terzijde te leggen als er geen begin van een verklaring is. Die is nog niet gevonden. Hij is op zichzelf aangewezen. Drie staat voor de ruimte die wij in een aardse incarnatie ervaren. Vier wordt kennelijk overgeslagen, maar staat voor het lagere ik dat zich met de aarde verbindt. Ziet dat ik kans de verloren gegane, maar nog steeds potentieel aanwezige relatie met het hogere, kosmische ik te herstellen, dan  komen we bij het getal vijf, de vijfde dimensie zo men wil. Het is de verbintenis van de mens met zijn kosmische oorsprong. Het is de terugkeer van de verloren zoon, die liefdevol door de Vader wordt binnengehaald en geluk brengt in het huis van de Vader. Bedoelt Christina dit? Is er een relatie met de vijfde na-Atlantische cultuurperiode waarin we nu leven? Of met het grote na-Atlantische tijdperk zelf, dat de vijfde aardeperiode is? Deze kunnen beide worden gezien op de vijfde fase van de aardeontwikkeling, de Jupiterfase.

Spirituele Pioniers

Een alinea aan het eind van het boek:

Als het goddelijk plan weet dat er in deze eeuw een spirituele revolutie zal plaatsvinden, treft het in de eeuw daarvoor voorbereidingen. Dus worden er pioniers hiernaartoe gestuurd om het voorwerk te verrichten en bijvoorbeeld de eerste spirituele boeken te schrijven. Deze pionierszielen, die hier al decennia en eeuwen geleden waren en die in de duistere tijden al spiritualiteit hebben ‘voorgedaan’, deden dat vrijwillig omdat ze het vanuit zichzelf wilden, niet omdat iemand het ze opdroeg. Mijn dankbaarheid gaat dus niet alleen uit naar degenen die nog moeten komen, maar ook naar degenen die hier nu zijn en die hier al zijn geweest.

De antroposoof leest hier een verwijzing naar onder meer de incarnaties van Rudolf Steiner en Christiaan Rosenkreutz.

Tenslotte

Er staan vele onbegrijpelijke raadsels in het boek. Sommigen kunnen terzijde worden gelegd in afwachting van een oplossing. Andere blijven knagen en dreigen de uitspraken van Christina te desavoueren. Tot deze laatste categorie behoort alles wat zij zegt over de techniek. De techniek die wij kennen is nog primitief. Op deze aarde is volgens haar al een veel verder gevorderde techniek aanwezig, gedeeltelijk door mensen ontwikkeld, gedeeltelijk ontwikkeld en in handen van aliens, gasten en reizigers uit de kosmos. Gedeeltelijk is deze techniek zichtbaar, maar soms bevindt zij zich in het fijnstoffelijk domein. Het zijn politici, menselijke machthebbers, die voorkomen dat geavanceerde technieken voor iedereen ter beschikking komen.

Waarom is het nodig om in een boek over licht, liefde en vrede dit complotdenken op te nemen?

[1] J. van Schaik, Waarom Jezus niet getrouwd was met Maria Magdalena, Christofoor, 2006

Print Friendly, PDF & Email
Scroll naar boven