To stream or not to stream?

Streamen is zeer populair. De Tweede Kamer, colleges, lessen, lezingen, vergaderingen, concerten, familiefeestjes, vriendenclubjes, collegiaal overleg, grootouders en kleinkinderen, het gehele sociale leven speelt zich voor een groot deel af per internet. In een aantal opzichten is het een verbetering: geen reizen, minder tijd, minder overhead, efficiënter. Maar hoe gaat het inhoudelijk?

Dat hangt van de inhoud af. Is deze een boodschap van een enkeling, dan kan deze goed worden voorbereid en helder worden gepresenteerd zodat niet alleen de aanwezigen maar ook de kijkers elders de presentatie kunnen meebeleven. Toch zijn de kijkers enigszins in het nadeel. Zij horen niet de echte stem. Zij beleven niet de atmosfeer in de zaal, die de spreker wel kan proeven en op kan reageren.

Als de spreker zijn verhaal vaker heeft gehouden, maar nog steeds gemotiveerd is, en als de zaal en de techniek hem niet in de weg zitten, dan hoeft er nauwelijks een verschil te zijn tussen wat de aanwezigen en de kijkers ervan meenemen. Het verschil kan dan vooral het gevoel van ‘erbij geweest’ zijn. Dit verschil kan significant zijn als de boodschap niet zozeer informatief is, maar ook de gevoelsziel raakt. Voor sommigen is bijvoorbeeld het beleven van een concert in een zaal verre te prefereren boven het thuis bekijken van een video van hetzelfde concert.

Gaat het niet om een informatieve boodschap van een enkeling, maar om een overleg of een discussie, dan zijn kijkers elders duidelijk in het nadeel t.o.v. aanwezigen. Interactie is moeilijker of onmogelijk, een blik op de lichaamstaal van de deelnemers faalt, de stemming in de zaal is slecht waarneembaar.

Is het onderwerp niet zakelijk of technisch, maar esoterisch, gaat het om het wezenlijk begrijpen van de mens of de wereld, dan wordt het essentieel of men een intuïtief moment van een spreker kan meebeleven. Zelfs een voorbereide lezing kan dergelijke momenten hebben. De spreker leidt een onderwerp in, geeft enkele voorbeelden, zoekt naar de juiste woorden, proeft hoe zij overkomen bij de aanwezigen, vindt een verduidelijking en ziet ineens een licht schijnen op het onderwerp dat hij niet eerder gezien heeft. Hij wordt zich van een nieuw aspect bewust dat hij zich niet eerder realiseerde. De ogen van zijn toehoorders, hun gelaatsuitdrukkingen, de stemming in de zaal, alles wordt relevant, zijn hele lichaam wordt zintuig, en hij kan zichzelf een zin horen spreken die hij van te voren nooit had kunnen bedenken.

Dit kan niet gebeuren als er geen toehoorders zijn, als een spreker een lege zaal voor zich heeft, of achter zijn bureau zit, starend naar een scherm met zijn tekst of met een camerabeeld van kijkers elders. De vraag is nu wat de mogelijkheden zijn als er wel een zaal met meelevende, bewust luisterende aanwezigen is. De spreker kan zijn levendig, door de zaal geïnspireerd betoog houden. Maakt het nu een verschil of er ook kijkers en luisteraars elders zijn? Je bent geneigd te zeggen, zeker niet als hij en ieder ander in de zaal dat niet zouden weten, als camera en microfoon onzichtbaar zouden zijn. Onze telefoons kunnen al tientallen jaren worden afgeluisterd en we storen ons er niet aan. Het maakt geen verschil. Is dat zo? We laten dit voorlopig staan.

In de praktijk weten sprekers en in veel gevallen ook de zaal dat een lezing gestreamd wordt. Het is gebruikelijk om sprekers te vragen hiervoor toestemming te geven. Aanwezigen zullen microfoons en camera’s opmerken. Zelfs de hele opstelling kan hieraan geadapteerd zijn: stoelen, spreekgestoelte, kabels, belichting. Soms wordt het de spreker zelfs verboden het spreekgestoelte te verlaten. Hij kan ook worden uitgedost met een draagbare microfoon. Als deze niet goed functioneert of verkeerd is bevestigt moet worden ingegrepen. De techniek kan een obstakel worden tussen de spreker en zijn inspiratie en intuïtie.

Hoe gaat het met het publiek in de zaal? Als zij niet alleen interessante nieuwe informatie krijgen, maar hen gevraagd wordt om mee te kijken vanuit een ander standpunt op de mens en de schepping.  Dit doet een groot beroep op de flexibiliteit van hun ziel. Je hoopt dat ze vraagtekens zullen zetten, eigen ervaringen willen melden of concrete vragen kunnen stellen. Het is in de regel uiterst moeilijk een atmosfeer in de zaal te creeeren waarin dit vruchtbaar mogelijk is. Hoe moet dit als bovendien er nog vele onbekenden meekijken. Wil je wel jezelf, je eigen aarzelingen en problemen over de essentie van het leven blootgeven als er ook nog een publiek is dat jou wel ziet, maar jij hen niet? Velen vinden het al moeilijk om naar voren te lopen. Wat doe je hen aan als later een onbekende hen zou kunnen aanspreken op wat er aarzelend en zoekend tijdens een discussie is verwoord?

Wat maken kijkers elders mee? Zij kijken individueel naar een klein scherm of met een aantal naar een groot scherm. Zij maken het zielenbeleven in de zaal niet mee, hooguit tussen meekijkers bij hen in dezelfde ruimte. De kwaliteit van beeld en geluid is vaak slechter dan in de zaal. Informatieve onderwerpen kunnen goed overkomen, maar een bij levend gebeuren tussen spreker en zaal zijn zij toeschouwers en geen deelnemers.

Tenslotte, de geestelijke wereld wordt gedeeld. In principe zijn geestelijke gebeurtenissen veroorzaakt op de ene plek op aarde toegankelijk voor waarnemers elders. Als het bewustzijn hierop gericht wordt kan dat waarnemer helpen. Hij zou zelfs een bijdrage kunnen leveren aan zo’n gebeurtenis. Vijandige waarnemers zouden echter ook negatief kunnen werken. Wij zijn afhankelijk van mededelingen van mensen die vermogens hebben in deze richting om te beoordelen in hoeverre er in deze zin positieve of negatieve effecten zijn van streamen. We moeten open houden dat alles wat op via het internet wordt verzonden afgedrukt wordt in het digitale geheugen van de ondernatuur. In tegenstelling tot de akashakroniek is dit ontdaan van het zielenbeleven. Het is daardoor een bron van het kwaad.

Concluderend, een informatieve lezing of een goed voorbereide esoterische inleiding zouden goed gestreamd kunnen worden, mits de spreker geen belemmeringen ondervindt. Elders zou men dit nog goed kunnen meebeleven. Een voordracht echter, waar de spreker geïnspireerd door het aanwezige publiek tot nieuwe formuleringen kan komen, voor hemzelf onvermoede benaderingen vindt, zo’n voordracht moet men niet streamen. Sommige sprekers zouden alleen al door de wetenschap dat alles wat er gebeurt ook elders gedeeltelijk meegemaakt wordt, hun vermogen om boven zichzelf uit te stijgen verliezen. Kortom, zulke sprekers moet men de mogelijkheid om te streamen zelfs niet voorstellen. Men zou een kans op een stukje levende werkelijkheid verliezen. Discussies met het publiek zouden niet gestreamd moeten worden.

Bijgewerkt op 4 november 2020

 

 

Print Friendly, PDF & Email
Scroll naar boven