Het is een interessant feit dat zowel benen als armen 30 botten hebben (Zie bijvoorbeeld Wikipedia). De structuren van deze ledematen lijken veel op elkaar. Er zijn evenveel tenen als vingers, met evenveel kootjes. Zowel de benen als de armen zijn met een enkel bot aan de romp verbonden: het dijbeen en de opperarm. Daarna volgen de duos scheenbeen en kuitbeen, respectievelijk ellepijp en spaakbeen. De beenderenstelsels van voeten en handen zijn bijna gelijk met een enkel opmerkelijk verschil. De handen hebben ieder 8 handwortelbeentjes en de voeten slechts 7 voetwortelbeentjes. De benen daarentegen hebben een knieschijf maar de armen geen elleboogschijven. Tezamen met de 5 middenvoets- en 5 middenhandbeentjes en de 14 kootjes van tenen en vingers blijken zowel de beide armen als de beide benen ieder uit 30 beenderen bestaan. Hoet zit het met de rest van het skelet?
Als we naar het hoofd kijken worden er voor de schedel in eerste instantie 22 vaak sterk aaneengegroeide botten onderscheiden. Daarnaast bevatten ieder van de oren nog 3 gehoorbeentjes. Het tongbeen vormt voor het kunnen spreken en verstaan van de spraak hiermee een geheel. Het spraak/gehoororgaan voegt dus 7 botjes toe aan het hoofd. We zijn nu op 29. Interessant is dat Goethe bij de ontwikkeling van zijn metamorfosenleer ooit een sterk vergroeid extra bot heeft gevonden, het tussenkaakbeen. De schedel bestaat daarmee uit 22+1 = 23 botten. Voor het hoofd komen we dus ook op 30 beenderen.
Nu alvast een aantekening bij deze berekening. Het tussenkaakbeen is bij de mens alleen gevonden door een vergelijking met de schedels van vele dieren. Het openbaart zich daar soms als een verzameling kleine botjes die langzaam aan het vergroeien zijn. Is dit iets dat de mensheid nog te wachten staat of hebben we dit al achter de rug? Of kunnen we niet zo denken? Hieronder komen we daar op terug.
Nog niet besproken zijn de beenderen in de romp. Hoewel de linker en rechterkant duidelijk te onderscheiden zijn, met name vanwege de 2×12 = 24 ribben, vormt de borst vanwege de ruggengraat en het borstbeen toch duidelijk een eenheid. Tellen we de 7 halswervels mee bij de borst dan bestaat de ruggengraat uit deze 7, de 12 borstwervels, de 5 lendenwervel, het heiligbeen en het staartbeen, in totaal 26 botten. Tenslotte zijn er nog 2 sleutelbeenderen, 2 schouderbladen, 2 heupbeenderen en het borstbeen. Tot zover in totaal 57 beenderen in de romp. Voor zowel het borstbeen als het heiligbeen en het staartbeen geldt echter dat zij een samensmelting zijn van twee of meer kleine botjes. Dit zou kunnen leiden tot een totaal van meer dan 2 × 30 = 60 beenderen.
Vanuit de antroposofie en ook vanuit de embryologie gezien zijn het hoofd en de borst eerder aangelegd dan de ledematen. In de mensheidsontwikkeling worden er zeven fasen onderscheiden. De huidige fase, de aardefase is de vierde en zijn er drie achter de rug, vaak aangeduid met de planeetnamen Saturnus, Zon en Maan. In deze drie fasen zouden het hoofd, de rechter- en de linkerkant van de romp kunnen zijn aangelegd. De armen en benen zijn er vermoedelijk pas later bijgekomen. De benen leiden ons naar ons karma, de armen bieden de mogelijkheid om door een individuele vrijheid de toekomst voor te bereiden. Vanuit deze antroposofische blik is het interessant dat de ledematen alle vier zeer duidelijk precies 30 beenderen hebben.
Dit roept de vraag op of de drie oudere lichaamsdelen ook in aanleg uit 30 elementen bestonden en in hun ontwikkeling hiervan moesten afwijken. Wellicht moeten we hier ook helemaal anders tegen aankijken en is 30 een getal dat specifiek bij de huidige aardefase past en bewegen de eerder aangelegde delen zich langzamerhand in deze richting. Hoe dan ook, het is intrigerend dat het menselijk skelet het beeld oproept van een structuur van 7 x 30 beenderen.