Richtlijnen

  1. Ieder probleem is mijn probleem.
    Iets is een probleem omdat ik het zelf als probleem ervaar. Als ik kans zie om mijzelf te veranderen kan deze ervaring, en daardoor het probleem, verdwijnen.
  2. Het leven is mijn opvoeder.
    Problemen worden mij aangeboden zodat ik mijzelf kan verbeteren. Zij zijn niet willekeurig, maar een geschenk bedoeld voor mij.
  3. Organiseer je eigen problemen.
    Ben het leven voor en selecteer de eigen problemen in overeenstemming met een bewust gekozen ontwikkelingsrichting.
  4. Verbeter de wereld vanuit jezelf.
    Start met het verbeteren van de wereld in de directe omgeving op punten waarvoor de juiste vermogens ontwikkeld zijn.
  5. Klaag niet, verander of handel.
  6. Vergeven is een geschenk aan jezelf.
    Ik heb zelf het meeste last van boosheid op een ander, het leven of de wereld. Allen worden beter als ik kans zie te vergeven. Zie 1.
  7. De wereld is een eenheid.
    Vanwege de eenheid van de schepping zijn gebeurtenissen nooit volledig onafhankelijk.
  8. Niets is toevallig.
    Gebeurtenissen hangen samen, maar vanwege de vrijheid van de mens zijn ze niet volledig gedetermineerd.
  9. Vrijheid is mogelijk, maar moet worden geoefend met het nemen van vrije initiatieven. Dat zijn initiatieven die op geen enkele manier verwacht worden.
  10. Moreel handelen is met een kosmisch bewustzijn zo goed mogelijk handelen, gegeven de omstandigheden en de eigen vermogens. De moreel juiste handeling is daardoor persoonlijk en kan niet worden voorspeld of verwacht.
  11. Verantwoordelijkheid nemen is het karmisch accepteren van de gevolgen van je daad of beslissing.
  12. Gelukkig worden kan geen doel in het leven zijn. Wie zijn geluk najaagt is egoïstisch bezig. Egoïsme alleen kan niet tot geluk leiden.
  13. Egoïsme is noodzakelijk om te groeien. Ik moet wat van het voedsel om mij heen tot mij nemen, anders overleef ik niet. Pas daarna kan ik aan anderen denken.
  14. Gelukkig maken is een doel dat pas kan worden nagestreefd door hen die het egoïsme voorbij zijn.
  15. Het is vruchtbaarder vragen te stellen dan ze te beantwoorden.
  16. Sommige antwoorden wachten op de juiste vraag. Hierdoor kunnen zij zich pas openbaren.
  17. Ziek zijn is beter worden. Wie een ziekte doormaakt past zijn lichaam aan aan nieuwe behoeften van de ziel en geeft haar daarnaast de gelegenheid zich verder te ontwikkelen.
  18. Kwantiteiten worden gemeten, kwaliteiten worden beschreven. Pogingen om kwaliteiten te ‘meten’ zoals bij examens, in de sport en bij de evaluatie van bedrijven en instituten miskent de veelvormigheid van mensen en organisaties.
  19. Saturnus.
    Op de heenweg worden toekomstromans gelezen en historische romans geschreven.
    Op de terugweg worden historische romans gelezen en toekomstromans geschreven.
    Op Saturnus wordt gelezen noch geschreven, daar is en wordt men zelf.
  20. Racisme kan alleen worden bestreden door hen die rasverschillen kunnen herkennen.
  21. De geestelijke waarheden kent men het beste aan de vruchten, die zij dragen, niet door bewijzen, want al zijn deze nog zo wetenschappelijk, ze kunnen toch nauwelijks meer zijn dan een steekspel op het terrein van de logica. (RS, GA34)
  22. Statistiek is de wetenschap van de onwetenden. Gebruik het alleen in noodgevallen.
  23. Alleen door technische kennis ontstaat vrijheid (RS, 7 mei 1922).
  24. Zonder vooroordelen bereik je niets. Ieder oordeel is gebaseerd op bestaande kennis en waarnemingen. Kortom, op wat we geleerd en gedaan hebben, op wie we zijn.
  25. Begrijpen is de herkenning van het wezenlijke uit de fenomenen.
  26. Al wat begrepen wordt is goed.

Print Friendly, PDF & Email
Scroll naar boven