Je komt met een groep bijeen voor een complexe klus. Er zitten veel, verschillende kanten aan. Gelukkig zijn er specialisten voor alles. De onderdelen moeten worden samengevoegd. Dit vergt overleg en afstemming. Ieder moet met ieder ander kunnen omgaan. Elke samenwerking voegt een bijzondere kwaliteit toe aan het totale vermogen van de groep.
Kwaliteiten zijn geen kwantiteiten, maar we kunnen wel iets zeggen over het aantal verschillende kwaliteiten. Als we met ons vijven zijn dan zijn er 5×5=25, dus vijfentwintig samenwerkingen. Hierbij zijn wel wat kanttekeningen te maken. Een samenwerking tussen Anja en Barend lijkt hetzelfde als een samenwerking tussen Barend en Anja. In de praktijk is dat niet zo. De samenwerking is nodig omdat er verschillende kanten aan de taak zitten. Je kunt de rolverdeling tussen Anja en Barend ook omdraaien en dat leidt tot een ander resultaat. Een tweede kanttekening is dat het kwadraat 5×5=25 ook vijf ‘samenwerkingen’ tussen een van de groepsleden em zichzelf bevat. Deze doen echter ook mee, want de kwaliteiten van ieders individuele inzet waarvoor geen samenwerking nodig is kan ook van belang zijn.
Het resultaat van een samenwerking is dat de klus geklaard wordt. Er is iets tot stand gebracht dat voor de omgeving zichtbaar is. Er is echter ook nog een verborgen resultaat. Door gezamenlijk te werken aan een taak is de groep als groep gegroeid. Bij iedere zichtbaar kwaliteit van het resultaat hoort ook een verborgen kwaliteit van de groep die zich bij toekomstige taken zou kunnen manifesteren.
Zeer in het kort, veralgemeniserend samengevat kunnen we stellen dat als er N krachten samenwerken dit tot 2×N×N te onderscheiden kanten van het resultaat leidt. Vermenigvuldigingen zijn gerelateerd aan scheppingsdaden van samenwerkende scheppingsmachten (zie een eerdere notitie). In het kwadraat drukt de kwaliteit van het geheel van een groep zich uit.