Het getal zeven en de scheppingsmachten

In een vorige notitie is er ingegaan op de schepping van de getallen vanuit de geestelijke wereld. Rudolf Steiner geeft aan dat uitsluitend de getallen drie, vier en vijf rechtstreeks op deze wijze tot stand zijn gekomen. Het getal zeven speelt echter een cruciale rol in de mensheidsontwikkeling, zoals daarna is aangegeven. Waarom is zeven niet rechtstreeks uit de geestelijke wereld ontstaan? Kon dat niet, mocht dat niet? Hierbij enkele overwegingen.

Allereerst een korte recapitulatie van de getallen drie, vier en vijf gebaseerd op het eigen beleven bij een handeling, bijvoorbeeld bij het dekken van een tafel. Er is het plan om de tafel te dekken, onze activiteit en de gedekte tafel. We kunnen dit als drie fasen in de tijd zien, maar ook, meer afstandelijk, als drie aandachtspunten van het bewustzijn. Zij zijn voortdurend alle drie toegankelijk omdat we altijd heen en weer kunnen gaan tussen het plan, onze handelingen en het resultaat.

Bij nadere beschouwing zijn bij de handelingen twee kanten waar te nemen. De eerste werkt van binnen naar buiten en heeft bijvoorbeeld betrekking op het denken over de borden en het bestek, waar ze vandaan moeten komen, hoe ze verdeeld moeten worden over de tafel e.d. Daar tegenover staat het waarnemen van het fysieke resultaat dat we kunnen beoordelen m.b.t. schoonheid, harmonie en efficiency. Deze werkt van buiten naar binnen.

Dit kan aanleiding geven tot het vijfde element waarin we tijdens de handeling naar een evenwicht zoeken tussen de praktische aspecten van het plan en het waarneembare resultaat. Ons handelen wordt nu bewust doortrokken van een zielenactiviteit. Tegelijk leidt dit ertoe dat de beide buitenste elementen, het oorspronkelijke plan en het finale resultaat zich verder van de praktische kanten van het zielenleven kunnen distantiëren. Ze zijn gereduceerd tot waarnemen en denken waaruit het actief willen is verdwenen.

Merk op dat er logischerwijs een symmetrie bestaat tussen de aspecten van het bewustzijn die betrekking hebben op de binnenwereld en op de buitenwereld. Het betreft immers een scheppingsproces. Er leeft in de binnenwereld het plan of het verlangen iets in de buitenwereld te veranderen. Dit concretiseert zich. Het resultaat zoals wij dat beleven is een direct gevolg van plan en handeling. Alles wat we m.b.t. ons handelen in de buitenwereld beleven wordt gecomplementeerd door een verandering in de binnenwereld. Waarneming en beleving van de waarneming zijn immers een. Daarbuiten staan de totaliteit van de veranderde fysieke wereld en onze permanent veranderende ziel t.g.v. onze activiteit.

Zowel de twee buitenste aspecten van het bewustzijn aan de fysieke kant als die aan de innerlijke kant zijn goed van elkaar te onderscheiden. De een heeft nog betrekking op de handeling en de ander op het resultaat. Kunnen we nu nog verder naar buiten en naar binnen gaan, zodat we een zestal of een zevental kunnen realiseren? Daartoe zou het nodig zijn dat we ons van het zielenbeleven dat zich afspeelt tussen ons en de fysieke wereld van de gedekte tafel verder distantiëren. We komen dan bij een plan over een te dekken tafel waarmee we ons nog niet verbinden en bij het resultaat van het dekken waar we geen verantwoordelijkheid voor voelen. Zijn deze aspecten nog elementen van onze scheppingsdaad? Ze lijken los van ons te bestaan.

In de terminologie van Rudolf Steiner is de allereerste fase van het zich ontwikkelende bewustzijn het transcendente of doods bewustzijn. Misschien kunnen we dit ook opvatten als het voorgeboortelijke bewustzijn. Er is wel een plan, maar het is nog niet geïncarneerd. Het laatste aspect, het finale resultaat waar we niet meer zielsmatig mee verbonden zijn, leeft alleen nog diep in ons als een gebeuren dat we ooit hebben doorgemaakt, maar waarvan de daad zelf geheel in ons is opgenomen, zeg verteerd. Bij een volgende keer als we voor een soortgelijke daad staan zullen we daar gebruik van kunnen maken, zonder dat details of herinneringen daarbij een rol spelen.

Als Steiner meedeelt dat de getallen groter dan vijf niet rechtstreeks uit de geestelijke wereld komen zouden we dat misschien kunnen begrijpen als dat bijvoorbeeld zeventallen zich in de voltooide schepping manifesteren, maar niet in de scheppingsdaad. De eerste in een zevental is dan een voorgeboortelijke fase, de laatste komt dan overeen met een intuïtie waarvan de oorsprong niet meer relevant is.

Print Friendly, PDF & Email
Scroll naar boven