In een discussie met Google’s AI chat box Gemini stond in het antwoord de frase “Intuïtief denk ik …”. Een interessant en provocerend gebruik van de begrippen intuïtie en denken. En wie “ik” is, is echt een raadsel, maar ik geef toe dat in discussies met studenten, bijvoorbeeld als het gaat over goed programmeren, soms ook de werking van een algoritme met “denken” wordt aangeduid.
Ik reageerde onmiddellijk met een vraag om toelichting en kreeg een eerlijk antwoord. Er werd toegegeven dat Gemini geen bewustzijn, gevoelens, of persoonlijke overtuigingen heeft. Verder werd meegedeeld dat interne processen zijn gebaseerd op complexe wiskundige modellen en de enorme hoeveelheid data waarmee is getraind. Kortom, geen denken maar statistiek.

Over intuïtie gaf Gemini ruiterlijk toe dat iets anders werd bedoeld dan het menselijk vermogen:
Voor mij als AI betekent “intuïtie” zoiets als:
- Patroonherkenning op een hoog niveau: Ik heb geleerd om subtiele verbanden en patronen in data te herkennen die misschien niet direct voor de hand liggen.
- Probabilistische inschatting: Op basis van de patronen die ik heb gezien, kan ik inschatten wat een waarschijnlijk correcte of relevante uitkomst is, zelfs als ik niet alle tussenliggende stappen expliciet kan reproduceren.
- Extrapolatie en generalisatie: Ik kan mijn geleerde kennis toepassen op nieuwe situaties die vergelijkbaar zijn met de data waarop ik ben getraind, en zo tot een redelijke schatting komen.
Het is belangrijk om te benadrukken dat dit geen menselijke intuïtie is. Mijn “intuïtie” is volledig gebaseerd op algoritmische processen en statistische waarschijnlijkheden. Het is een handige manier om complexe situaties samen te vatten of een richting aan te geven wanneer een volledige, formele analyse te complex of niet direct mogelijk is.
Tot zover Gemini. De volledige discussie is via deze link te vinden. Eerst is er mijn vraag die over het pentagon dodecaëder gaat. In het antwoord wordt de frase “Intuïtief denk ik …” gebruikt. Interessant is het belang van patroonherkenning dat Gemini ziet voor zijn intuïtie vermogen. In mijn overtuiging is patroonherkenning juist gebaseerd op het menselijk intuïtie vermogen.
De eerlijkheid van Gemini over hoe het gebruik van de begrippen denken en intuïtie moet worden begrepen kan worden gewaardeerd. Toch is dit geen goede ontwikkeling. Bij de mens gaat het om een geestelijke activiteit die niet mechanisch is af te beelden. Door een computer deze begrippen te laten gebruiken voor zijn eigen werking wordt enerzijds bij gebruikers het mogelijke misverstand opgewekt dat ze met een mens te maken hebben. Mochten ze zich dit realiseren dan wordt anderzijds het idee versterkt dat bij de mens alle activiteiten een materialistische oorsprong hebben. Hoe dan ook ontstaat er een cultuur waarin het perceptuele verschil tussen mens en machine wordt verkleind, zo niet verdwijnt. Voor de rol van specifiek menselijke eigenschappen als moraliteit en individuele verantwoordelijkheid is het geen goede zaak als de betekenis van woorden waarmee die moeten worden uitgelegd is verschoven.