Mijn stemvormster legt mij uit dat klanken niet alleen in het strottenhoofd door mijn stembanden worden gevormd, maar dat het hele lichaam meedoet. Daartoe uitgedaagd probeer ik waar te nemen hoe een klank tussen mijn twee trommelvliezen door de buizen van Eustachius en de keelholte begint te vibreren. Het lukt een beetje, verbeeld ik mij. “Probeer deze vibratie nu terug te leiden naar de stembanden en verder omlaag naar de borst en het bekken.” Ik staar haar aan. Hoe kan een vibratie die door de stembanden wordt geïnitieerd en daarboven, tussen de oren, wordt gevormd, weer worden “teruggeleid” omlaag? Waar hebben we het over?
Op dat moment begint de muziekstandaard vlak voor mijn ogen heel langzaam omlaag te zakken. Hij is kennelijk niet goed vastgezet en dit was blijkbaar het moment om de wankele positie op te geven. Samen lachten we om dit “toeval”. Diep in mij werd een stukje materialistische wereldbeschouwing om zeep geholpen.