Ik dwaal door mijn favoriete boekwinkel en heb al het een en ander verzameld. Plotseling valt mijn blik op een half verscholen, klein, dun boekje met een interessante titel. Het blijkt geschreven te zijn door een oude kennis. Iemand waar ik zo’n 20-30 jaar geleden vaak mee optrok. Hij had interessante meningen en observaties, maar een groot schrijver was hij niet. Wel een inspirerende persoonlijkheid en spreker.
Wat leuk dat hij een boekje heeft geschreven! Ik raak erover in gesprek met de boekhandelaar. Hij heeft hem nog geholpen met de vormgeving een paar jaar geleden! Wat jammer dat ik het nu pas zie. Uiteraard koop ik het. Tijdens het afrekenen gaat de telefoon.
De boekhandelaar neemt op. Hallo Jan, ….., ja, dat is leverbaar. Ik zal het voor je bestellen. Het is mijn oude kennis, de auteur van het boekje dat ik net sta af te rekenen! Ik vraag of ik hem even aan de telefoon kan krijgen. Hallo Jan, wat leuk! ik sta net je boek te kopen. Ik ben heel benieuwd. We wisselen nog enige vriendschappelijkheden en dan besluit Jan: Zeg eens, hoe is het eigenlijk met jouw boek??
Oei, ik had hem meer dan tien jaar geleden een half manuscript gestuurd. Hij had toen zeer enthousiast gereageerd. Twee andere kennissen echter vonden het maar zo zo. Het is al die tijd blijven liggen en knaagt af en toe nog steeds. We sluiten af. Ik vraag de boekhandelaar of Jan vaak belt. Nee hoor, hoogstens een keer per jaar, krijg ik te horen.
Dit is toch wel erg toevallig. Omdat ik niet in toeval geloof vraag ik mij af wie of welke machten dit gearrangeerd hebben. Het moeten bovenaardse wezens geweest zijn. De boekhandelaar wist niet dat ik zou komen. Welke engel had hierin de hand? Was het de engel van Jan, die maar eens actie nam omdat Jan vond dat dat boek van mij maar eens af moest komen? Was het mijn eigen engel, die mij een por gaf omdat hij de tijd rijp vond het oude plan te voltooien? Was het een andere kosmische macht die genoeg had van het losse eindje?
Thuisgekomen zoek ik het manuscript weer eens op. Het is duidelijk geschreven door een arrogante wijsneus die mij niet erg sympathiek voorkomt. Iemand die dacht dat hij de geheimen van de wereld op het spoor was. Goed dat dit nooit uitgegeven is. Maar nu? Moet ik een nieuwe poging wagen en alles herschrijven met veel meer bescheidenheid? Ben ik daar klaar voor?
—
Dit is allemaal alweer enige jaren geleden. Het manuscript ligt er nog steeds. Het wordt laat en ik moet mij haasten. Ben ik op tijd bescheiden genoeg, of verlies ik het van de laatste klop op de deur?