19 Verhalen: De verbinding

De kwaliteit negentien kan op verschillende manieren worden beleefd. We zullen er drie bespreken. Deze verwijzen naar het verbinden van gescheiden werelden.

Iedere gebeurtenis, ieder inzicht, iedere waarheid en ook iedere kwaliteit moet vanuit verschillende perspectieven worden verwoord om langzamerhand tot de essentie te komen. Zo kunnen we een berg vanuit verscheidene kanten beklimmen. Vanuit alle zijdalen, zowel in een stralende zonneschijn als bij storm en regen mag hij worden bekeken en bewonderd. Laten we in een nabij gelegen herberg luisteren naar de verhalen van reizigers en bergbeklimmers die de schoonheid en dramatiek hebben beleefd. Bij thuiskomst zullen we zo mogelijk hun geschreven relaas lezen en herlezen. Zelf kunnen we in dagboeken, brieven en lezingen keer op keer naar woorden zoeken om het wezen van de berg te vatten.

De grootsheid, de waarheid en de schoonheid van een fenomeen worden meestal niet in een enkele beleving verwerkt. Daarom moet elke gelegenheid worden aangegrepen om onze diepste interesses van verschillende kanten te benaderen. Het onderwerp hier is de esoterische betekenis van de getallen.


Eerder is beschreven hoe we in zeven fasen van de ene wereld in de andere komen. Hierbij in het kort als voorbeeld hoe we vanuit onze dagelijkse bezigheden vakantieganger worden. We zijn thuis en de mogelijkheid van een vakantie komt nog niet aan de orde. Dan beginnen we er over te dromen, er naar te verlangen. Vervolgens worden concrete voorbereidingen gemaakt. Op een dag gaan we echt. Op het vakantieadres aangekomen moeten we het verschil overbruggen tussen de daar heersende realiteit en onze droom. Deze laatste verdwijnt spoedig als we ons plekje op de camping hebben ingenomen. Tenslotte, in de zevende fase, zijn we geïncarneerd in de vakantiewereld. Op deze wijze komen we via geest, ziel en etherwereld een nieuwe fysieke wereld binnen, waar we ook het etherlichaam, ziel en ik aanpassen aan een leven als toerist.

De terugreis verloopt op soortgelijke wijze in zeven stappen. Het begin en het einde hiervan overlappen met het einde en het begin van de heenreis. We kunnen vele malen als toerist incarneren waarbij we een cyclus van 2 × 7 – 2, dus twaalf fasen doormaken Deze kunnen worden weergegeven in een cirkel. De fasen 4 en 10 hebben betrekking op de heen en de terugreis, waarbij we dus van de ene wereld in de andere stappen.

In een zeker jaar besluiten we om tijdens de vakantie iets bijzonders te doen. We plannen bijvoorbeeld tijdens ons verblijf een bezoek aan een interessante persoonlijkheid, of nemen deel aan een bijzondere cursus. Veronderstel dat dit een wezenlijke daad is die de vakantie zeer speciaal maakt. Deze verrijking kost zeven extra fasen waarvan begin en eind weer overlappen. Ogenschijnlijk leidt dit tot een cyclus van van achttien. Als de gebeurtenis echt wezenlijk is worden we innerlijk veranderd. De vakantie is dan niet een soort ademhaling, nodig voor het onderhoud van het dagelijks bestaan, maar leidt tot een diepgaande verandering van het leven. We komen terug als een ander mens, omdat de reis ons leven heeft veranderd. Hierdoor verschilt het eind van het begin en maken we in totaal 19 fasen door.


In het vorige bericht is uitgebreid ingegaan op wat wordt doorgemaakt bij het voltrekken van een enkele daad, zoals hierboven beschreven. Daarbij werden voor het geval van het geven van een college de zeven fasen langsgelopen vanaf een potentieel vaag plan tot de verwerking van het college. Er werd op gewezen dat ook in de buitenwereld waarin de daad zich voltrekt, zeven fasen kunnen worden onderscheiden. Een derde reeks van zeven komt ons uit de toekomst tegemoet als we ons realiseren dat we niet alleen van oorzaak naar gevolg gaan, maar tegelijkertijd van intentie naar realisatie. De drie reeksen van zeven treffen elkaar in de daad en dat leidt tot het getal negentien. Dit geeft een driedimensionaal beeld als drie elkaar in een punt snijdende assen.


Een derde benadering is gebaseerd op het feit dat 19 = 9+1+9. Er zijn negen hiërarchieën tussen de mens en de hoogste scheppingsmacht. We kunnen proberen de werking van de hiërarchieën boven ons in het leven en werken afgebeeld te zien als we pogen de wezenlijkheid te doorgronden van de eigen activiteiten. Dit is hoog gegrepen. We zullen iets in die richting proberen.

De wereld die we zelf scheppen bevat ook de negatieve kanten van de werkingen van de hiërarchieën te vinden. Deze verwijzen niet naar wezenlijkheid van de verbinding met de hoogste scheppingsmachten, maar juist naar de verwijdering, naar de losmaking daarvan. Een schepping is een daad die een zelfstandigheid realiseert waar eerst een verbinding was. De schepping veroorzaakt een verwijdering.

We kunnen het als een taak zien om, als we zelf, in het klein, als schepper optreden, en we dus iets buiten ons plaatsen, de verbinding willen herstellen tussen de werelden voor en na de scheppingsdaad. Negentien als 9+1+9 wijst er op hoe we tussen deze beide werelden instaan. In de twee voorbeelden hierboven, ook over negentien, kan dit al worden afgelezen. De vakantiegebeurtenis wordt niet achter ons gelaten, maar verandert het leven essentieel. We integreren ons bestaan met dat gebeuren. In het tweede voorbeeld, het college, verbinden we de verwachtingen en mogelijkheden van de studenten met die van onszelf. Op plaatsen of bij gebeurtenissen waarbij we negentien herkennen kan de kwaliteit van het verbinden herkenbaar worden.

Als oefening beschouwen we mogelijke manifestaties vanuit de negen scheppingsmachten boven de mens. Deze kunnen worden opgebouwd gedacht als drie groepen van drie subgroepen. De hoofdgroepen zijn daden ten bate van de mensheid als geheel, voor een gemeenschap (b.v. gezin, bedrijf, vereniging, volk) of voor onszelf of voor een enkele persoon. Ieder van deze drie wordt onderverdeeld in een concept, een werking en een gerealiseerde vorm. Als voorbeeld nemen we het maken van muziek.

  1. Een componist wil een muziekstuk maken waarin een wezenlijk aspect van het mens-zijn doorklinkt.
  2. Hij besluit als thema dood-en-opstanding te nemen en zet een voorlopige structuur op.
  3. Hij creëert de compositie op papier.
  4. Een dirigent gebruikt de compositie om een orkestratie van zijn orkest op te stellen.
  5. Hij gebruikt deze in een aantal repetities en brengt waar nodig wijzigingen aan.
  6. Het muziekstuk wordt uitgevoerd.
  7. Een hoboïst ontvangt een uitnodiging voor een solo.
  8. Hij probeert bij het repeteren de juiste zielenstemming te vinden.
  9. Hij speelt zijn solopartij.

In ieder van deze negen scheppingsdaden zijn twee kanten te onderscheiden. Er is een zuivere technische zijde: de keuze van een geschikt thema voor de compositie, de structuur, de notatie, de beschikbare instrumenten, afspraken met orkestleden voor repetities, locatie en publiciteit voor de uitvoering, beschikbaarheid en competentie van de hoboïst, technische eigenschappen van de hobo, en tijd en locatie van het voorspelen.

Daarnaast is er een inhoudelijke kant. Kan de essentie worden gevonden die recht doet aan het gekozen thema? Dit geldt zowel voor de componist, als voor de dirigent, als voor de hoboïst. En voor ieder ook voor de muziek, de uitvoering en de zielenstemmingen van de betrokkenen.

Op alle niveaus moet de fysieke kant van de wereld waarin zich een scheppingsdaad afspeelt in overeenstemming worden gebracht met de essentie van de creatie. In dit voorbeeld is dit verspreid over een aantal mensen. Het geldt echter ook voor ieder afzonderlijk. Ieder van ons die iets nieuws in de wereld wil zetten gaat door de negen genoemde niveaus heen. Voor alle negen niveaus is een fysieke buitenkant en een wezenlijke binnenkant te onderscheiden. Dit achttiental vormt samen met ons bewustzijn een kwaliteit van de schepping die we als negentien kunnen benoemen.

Scroll naar boven