Vestdijk – Bericht uit het hiernamaals (1963)

VestijkHiernamaalsBoeken over het hiernamaals hebben vooral een religieuze en soms een filosofische achtergrond. Romans waarin de wereld na de dood een rol speelt zijn vooral vanuit het standpunt van de levenden op aarde geschreven. Het “Bericht uit het hiernamaals” van Simon Vestdijk is volledig, afgezien van het fictieve nawoord, geschreven vanuit het perspectief van het hiernamaals. Het is daardoor een grote, een daarmee uiterst interessant uitzondering.

Het boek, geschreven in 1963, verhaalt de gebeurtenissen van een groep zielen in 1998. De hoofdpersoon, Dr. Hildevoort, is een biologieleraar gestorven in 1910. Langs telepathische weg zoekt hij, geholpen door enige vrienden in het hiernamaals, contact met de levenden op aarde. Zijn oorspronkelijke doelstelling is hen voor te bereiden op de omstandigheden na de dood: geen lichaam, alleen een ziel levend in een “ruimte” met andere zielen waarin zij in beperkte mate telepathisch contact hebben met elkaar.

Het boek is in feite het bericht van Hildevoort naar de aarde. Geleidelijk verandert de oorspronkelijke intentie van een aanbod van hulp in een vraag om hulp. Het lijkt erop dat het hiernamaals bedreigt wordt door een catastrofe waarin het zal vergaan. Of de zielen hierdoor vernietigd zullen worden of gedwongen worden om te verhuizen wordt niet duidelijk. Vermoedelijk heeft een dergelijke catastrofe zich eerder voorgedaan, omstreeks 1820, omdat er geen enkele gestorvene van voor 1820 gevonden wordt.

Het meest interessante aspect van het boek is de worsteling van de zielen, in elk geval die van Hildevoort, om een begrip op te bouwen van de “ruimte” waarin ze zich bevinden. Alleen zielen “in elkaars buurt” kunnen elkaar bereiken. Om anderen te bereiken moet er gereisd worden, bijvoorbeeld naar diegenen die op zich hebben genomen om aan de rand het hiernamaals de pas gestorvenen op te vangen en wegwijs te maken. Deze hebben ook het laatste nieuws van wat zich op aarde afspeelt.

Het maken van dergelijke reizen kost tijd. Er zijn ook zielen die de tijd meten door te tellen en het resultaat telepathisch uit te zenden. Het leven in het hiernamaals kost “moeite”. Vermoedelijk kan niet elke ziel deze moeite opbrengen omdat sommige zielen verdwijnen, d.w.z. telepathisch onbereikbaar worden.

Hildevoort schoolt zich steeds meer in zijn telepathische vermogens om de aarde te bereiken. Andere zielen hebben last van het lawaai dat hij hierdoor veroorzaakt. Hij wordt hierdoor (?) meer en meer ziek: zijn fascinatie voor het karakter van de ruimte, en de wijze waarop hij die vervuilt, lijkt ervoor te zorgen dat zijn denken en beleven steeds ruimtelijker wordt: hij wil bijvoorbeeld iemand een hand geven, terwijl hij helemaal geen handen meer heeft.

Vestdijk suggereert dat doordat Hildevoort zijn situatie niet accepteert of verkeerd inschat, hij zelf de oorzaak is van de catastrofe die zijn hiernamaals treft. Zijn ziekte is dat hij teveel aardeziel is gebleven. De lezer blijft achter met de vraag of het hiernamaals vergaat door deze ziekte, of doordat Hildevoort zijn probleem doorziet, daardoor geneest, waardoor deze afdeling van zijn hiernamaals kan worden opgeheven.

In een nawoord is een voorlopige conclusie samengevat van een aardse commissie die alle ontvangen berichten naast elkaar heeft gelegd. Hieruit blijkt niet dat de levenden op aarde in beweging zullen komen, hetzij door zich beter voor te bereiden op het hiernamaals , hetzij door op de een of andere manier te hulp te schieten. Hoe zou het een of het ander moeten? De commissie vindt het op zijn hoogst een interessant fenomeen.

Al met al vorm dit boek een een speelse en interessante oefening in het je voorstellen van een wereld van de gestorvenen. Wat overduidelijk mist is enige vorm van mystiek. We hebben het hier toch over de diepste wonderen van het bestaan. Het blijft een natuurwetenschappelijke en psychologische studie die nergens enige eerbied voor de grootsheid van de schepping oproept.

Print Friendly, PDF & Email
Scroll naar boven