Misbruik van het verloren levensjaren criterium

In veel onderzoekingen over de effectiviteit van medicijnen of andere gezondheidsbehandelingen wordt het totaal aantal verloren levensjaren voor een bepaalde leeftijdscategorie als criterium gebruikt: de ene behandeling zou te prefereren zijn boven een andere als dit totaal kleiner is (een voorbeeld). Dit criterium gaat ervan uit dat je (verloren) levensjaren zomaar kunt optellen. In een extreem geval zou een volledig verloren leven, overlijden bij de geboorte, gelijkwaardig zijn aan bijvoorbeeld ongeveer 80 levens die met een jaar worden bekort. Is dat wel zo?

Laten we dit vergelijken met enkele andere situaties. Bij het optimaliseren van de afstelling van verkeerslichten t.b.v. een kruispunt tussen een verkeersader met een stille landweg zou men op het idee kunnen komen om de totale wachttijd van automobilisten te minimaliseren. In de praktijk zou dit echter kunnen betekenen dat het het beste is om de landweg altijd op rood te zetten. De som van de totale wachttijden groeit daar immers veel langzamer aan dan van die van de verkeersader.

Een tweede voorbeeld is het gemiddelde inkomen. Men zou de economie zo kunnen proberen te optimaliseren d.m.v belastingen, investeringen en subsidies dat het gemiddelde netto inkomen zo hoog mogelijk is. Dit zou zo kunnen uitpakken dat het ‘beter’ is om enkele mensen zeer rijk te laten worden ten koste van velen die onder de armoedegrens verdwijnen.

Inkomens kunnen net zo min als wachttijden en levensjaren zonder meer worden opgeteld of gemiddeld. Men zou op het idee kunnen komen om de lineariteit van optellen te vervangen door een weging of een progressie: zeer lange wachttijden , of zeer lage inkomens zijn veel erger dan de winst van van anderen. De vraag doemt onmiddellijk op: hoe te wegen, wat voor progressie? Dit maakt het nodig om de ernst van het probleem van de een te vergelijken met het voordeel van de ander. Er is echter een andere oplossing.

We kunnen accepteren dat inkomens, wachttijden en levensjaren verschillend zijn voor verschillende mensen, maar tegelijk proberen het ergste probleem te voorkomen door het min-max criterium: minimaliseer de ernst van het maximaal optredende probleem. Dit leidt tot het zo hoog mogelijk maken van de laagste inkomens, tot het zo kort mogelijk maken van de langste wachttijd en tot het minimaliseren van het maximaal optredende verlies aan levensjaren voor de individuele gevallen. Hierdoor wordt de winst van de een niet betaald door het verlies van de ander, maar wordt de bodem zo hoog mogelijk gelegd.

Omdat mensen verschillend zijn, een verschillende bijdrage leveren aan de economie of een verschillende levensstijl hebben, leidt dit niet tot een uniforme gelijke behandeling voor ieder, maar wordt wel de zwakste het meest geholpen door de inzet van de sterksten.

Print Friendly, PDF & Email
Scroll naar boven