Samenwerkende engelen

Nam er iemand afscheid van ons schoolbestuur dan was het vaak Tine die de taak op zich nam om een toespraakje te houden. Altijd to-the-point, altijd inhoudelijk, op zoek naar het wezenlijke. Hoe doet je dat? Het is simpel, verklaarde ze. Ik denk een paar minuten aan de betreffende persoon. Ben dan stil, loop naar de boekenkast, pak een willekeurig boek (van de de juiste plank!), sla het zomaar ergens open, en daar staat wat ik nodig heb. Mijn engel wijst mij de weg.

Communicatie is wezenlijk

De wereld om ons heen is vol met wezens. Alles is wezenlijk. Alles wat wij met ogen zien, met de vingers voelen, met de oren horen, alles is de buitenkant van een wezen. Deze wezens werken samen en vormen in groepen een groter geheel, zoals de bladeren en de takken de bomen vormen, de vogels de zwermen en onze organen ons lichaam. Deze samenwerkingen zijn weer de manifestaties van hogere wezens, zoals een voetbalelftal meer is dan elf voetballers, zoals een bende hooligans meer is dan een verzameling in essentie aardige maar onzekere jonge mannen, zoals de mens meer is dan een huid om een skelet en een stel organen.

Overal wordt er gecommuniceerd, binnen een niveau, tussen de niveaus, tussen gelijksoortige en tussen ongelijksoortige wezens. Honden en poezen, honden en mensen, mensen onderling, mensen met hun organen, mensen met hun engelen, engelen onderling. Ieder heeft zijn eigen mogelijkheden om zich te manifesteren of om anderen waar te nemen.

Hoe werkt de communicatie eigenlijk? Hierin zijn waarneming en manifestatie gekoppeld. In een gesprek maak je duidelijk wat je hebt verstaan. De ander neemt dit waar en reageert daar weer op. Zo gaat dat tussen de hond en zijn baas, tussen mensen onderling en ook tussen de mens en zijn engel. In alle gevallen gaat het er om: hoe bereik ik de ander, hoe zorg ik ervoor dat de ander kan waarnemen wat er in mij leeft en wat ik heb gehoord?

Vragen om hulp

Hoe zit het tussen de mens en zijn engel? Hoe bereik ik hem, hoe bereikt hij mij? Wanneer ik mij met de juiste innerlijke houding, eerbied, deemoed, openheid, tot hem richt, dan verstaat hij mij. Vooral als ik dat vaker doe. De vraag kan dan door hem worden gehoord. Het antwoord kan op vele wijzen verschijnen, bijvoorbeeld als een beeld, innerlijk, maar ook uiterlijk. Het kan een situatie zijn die plotseling voor mij opdoemt en die mij treft. Het kunnen de juiste woorden zijn die ik in een gesprek vind, en het kunnen ook mijn vingers zijn die het juiste boek op de juiste bladzijde openen. Elementenwezens in dienst van de engel zijn hierbij behulpzaam.

De engel zelf zorgt dat het antwoord mijn bewustzijn kan bereiken. Ikzelf moet het willen verstaan. Soms valt dat niet mee, omdat verleden en vooroordelen in de weg zitten. Openheid is essentieel.

Het antwoord is altijd zodanig dat het de fysieke wereld zelf niet verandert. Natuurwetten kunnen niet worden overschreden. Het karma van anderen mag niet worden aangetast . Het zijn subtiliteiten die aan de zintuigen worden aangeboden. Het bewustzijn moet de rest doen. De omstanders merken niets van het gesprek, maar kunnen wel getroffen worden door mijn woord of mijn daad die daar het gevolg van is.

Soms echter, wanneer ik al te lang weiger het gesprek te voeren, of meen dat ik het leven wel zonder mijn engel aankan, zal hij ingrijpen. Elementenwezens in zijn dienst zorgen voor een ogenschijnlijk toevallig ongeluk of creëren de pijnlijke ontmoeting die ik al lang onbewust probeerde te vermijden.

Aanbieden van hulp

Stel nu dat ik goed op weg ben en enig overschot heb waarmee ik anderen van dienst zou kunnen zijn. Hoe doe ik dat? Je kunt natuurlijk in het praktische, op het aardse niveau te hulp schieten. Maar als ik een ander wezenlijk van dienst wil zijn, iets essentieels wil doen, en vooral als ik meditatief wil steunen, dan is de hulp van de beide engelen welkom. Zo’n meditatie kan niet eindigen met een concrete vraag. Het is een verzoek aan de eigen engel om hulp te bieden via de engel van iemand anders. Wat heb ik te bieden? Ik kan slechts hopen en vertrouwen dat mijn oprechte aandacht voor de ander en een algemene onbaatzuchtige liefde hun weg vinden. Elke zelfzucht, elke wens om te profiteren in mijn relatie met de betrokkene moet worden teruggehouden. Een ritmische herhaling, bijvoorbeeld eens per dag op een vast tijdstip, kan helpen, vooral in geval van een acuut probleem.

Een voorbeeld dat mij vele jaren geleden ter oren kwam is het volgende. Iemand las in de krant van een ontvoering van een bekend persoon. De omstandigheden en de persoonlijkheid van de, hem verder niet bekende ontvoerde, raakten hem. Hij besloot elke dag om 12 uur ’s middags, waar hij ook was, in een meditatie om een goede afloop te vragen. Hij hield dit enkele weken vol totdat hij in de krant las dat de betreffende persoon was vrijgelaten. Nog eenmaal dankte hij de engelenwereld en sloot daarmee zijn actie af, in het vertrouwen dat hij had gedaan wat voor hem mogelijk was.

Hulp vanuit een groep

Soms ontstaat de wens in een groep mensen om gezamenlijk iemand te helpen. Dit kan gaan om iemand uit de groep die een probleem heeft geschetst, maar ook zou het om iemand kunnen gaan buiten de groep. Dit kan weer een gezamenlijke bekende zijn, of slechts een bekende van een van de groepsleden. In eerste benadering lijkt dit als een verveelvoudiging van de bovengeschetste individuele hulp. Toch is er het gevoel dat er een meerwaarde zit in de gezamenlijkheid van de groepsinspanning, vooral als deze op een vast afgesproken tijdstip plaatsvindt. Hoe is dit te verklaren?

De gezamenlijkheid van een groep heeft ook een wezenlijkheid. Deze uit zich onder meer in het gewoontepatroon van de bijeenkomsten, in de interactie daartussen en in hoe de groep zich in de buitenwereld manifesteert. Zij kan ook tijdens het samenzijn in de ziel worden beleefd. Tenslotte heeft een groep ook een identiteit, een reden van bestaan, een doel. Deze kan worden achterhaald uit de geboorte-impuls: hoe of waarom kwam de groep tot stand, of uit de inhoud van de gesprekken of activiteiten, of uit het rouw-gevoel als de groep wordt opgeheven of niet meer bijeen kan komen.

Kortom, in een groep incarneert zich een wezen van hogere orde, hoger dan de mens, hoger dan de individuele engelen. Een groep kan een tijdelijke incarnatie zijn van een wezen uit de hiërarchie van de aartsengelen. Het is aan de groepsleden in hoeverre deze groepsengel een kans krijgt zich te manifesteren en zich te ontwikkelen.

Wanneer deze groepsengel zich voldoende stevig met de groep heeft verbonden, zou hij kunnen worden benaderd om in de wereld van de engelen een bericht over te brengen ten behoeve van een enkel persoon. Omdat dit bericht uit een hogere sfeer komt kan het een speciale, krachtige werking krijgen. Men kan zich voorstellen dat de fysieke wereld misschien wat minder wordt geraakt (via de elementenwezens) dan vanuit de engelen, maar de ziel juist meer. Iemand die, al dan niet bewust, spiritueel ondersteund wordt door een groep zal dat dan vermoedelijk vooral merken door een versterking van het denken voelen en willen.

Hoe vormt zich een spirituele groep?

Met deze vraag kunnen we slechts tastend bezig zijn. Rudolf Steiner heeft veel over gemeenschapsvorming gesproken, maar dan vooral in het praktische: hoe komen we tot een samenwerkende groep met een spirituele basis die zich zichtbaar en handelend in de wereld manifesteert? Dit is een veel bredere doelstelling dan de focus op esoterische steun zoals hiervoor beschreven. Deze brede doelstelling heeft ook zijn schaduwkant. Mensen die gezamenlijk handelend in de wereld staan doen dat vanuit een karmische verbondenheid, en zijn door hun gemeenschappelijke arbeid bezig deze verder uit te bouwen. De vorming en vereffening van karma kan een heftig proces zijn waarin conflicten en emoties aan de orde komen. Pas als dit voldoende tot rust is gekomen kan men de gecreëerde gezamenlijkheid vruchtbaar inzetten om anderen esoterisch te ondersteunen.

Een spiritueel ondersteunende groep kan uit of binnen een gevormde exoterisch werkende gemeenschap ontstaan. Te denken valt aan de kinderbespreking op een vrijeschool of een groep collega’s die tot een gemeenschappelijke meditatie of gebed besluit in geval van een ernstig zieke of een sterven. Hoe zou zo’n groep ook los van een reeds bestaande samenwerking kunnen ontstaan?

Dit gebeurt. Tijdens grotere meetings worden soms discussies georganiseerd tussen ogenschijnlijk toevallige deelnemers. Ook schrijven soms mensen die elkaar in het geheel niet kennen zich in voor een kleinschalige cursus of workshop. Soms worden mensen toevallig lid van een leesgroep omdat het boek hen interesseerde. Kortom, het toeval brengt mensen bij elkaar die vervolgens een serieus gesprek hebben en elkaar dan vinden op basis van elkaars inzichten of verhalen. Het is niet een taak in de wereld die hen naar elkaar toedrijft, maar het is hun belangstelling.

We kunnen dit karma noemen. Het is aan de deelnemers van zo’n groep om uit te maken of dit maankarma of zonnekarma is. Voelt het of er iets te vereffenen valt, of wordt hen door de engelenwereld de mogelijkheid geboden om iets nieuws te ontwikkelen? Wat dit nieuwe is hoeft niet evident te zijn, maar kan het nodige onderzoek vergen. Als de individualiteiten in zo’n groep elkaar langere tijd kunnen verdragen, kan dat een aanwijzing zijn dat de engelen die dit bewerkt hebben dit al met elkaar hebben afgestemd, en op zijn minst een potentiële voedingsbodem hebben gerealiseerd waarin de gezamenlijkheid zich kan omvormen tot een eigenheid die als zodanig kan gaan werken. Het is aan de deelnemers om waar te nemen of er inderdaad een werking of een openbaring ontstaat die meer is dan de soms van hun individuele inbrengen.

 

 

 

 

 

Print Friendly, PDF & Email
Scroll naar boven