Cristina (2001) is een bijzondere persoonlijkheid die vanuit een helderziend vermogen een blik heeft op de toekomst van de aarde en de mensheid. In voordrachten en boeken schets zij hoe ieder daar persoonlijk aan kan bijdragen. Haar moeder heeft twee boeken geschreven over de medische problemen rond haar geboorte en jeugd en over haar bijzondere inzichten voor haar zestiende jaar. Daarna begon ze zelf voordrachten te geven en te publiceren. Zie ook eerder bericht en haar website.
De boeken van Christina zelf lijken voor een belangrijk deel te zijn samengesteld n.a.v. haar voordrachten en discussies met het publiek. Dit jaar (2022) verscheen met een verwarrende titel “De ongehoorzaamheid van de liefde”. Het bevat niet veel nieuws in vergelijking met de eerdere boeken en ademt erg de sfeer van de titel van het vorige boek: “Uiteindelijk komt alles goed”.
De antroposofisch geïnteresseerde lezer vraagt zich bij Christina voortdurend af hoe haar mededelingen zich tot die van Rudolf Steiner verhouden. Zijn ze een ondersteuning, een actualisering of zijn ze strijdig? Hierbij enkele opmerkingen. Wie de boeken niet gelezen heeft kan zich oriënteren op de website van Irene Jonkers.
De strijd tussen het licht en het onlicht is belangrijk voor Christina. Zij staan voor het goed en het kwaad. Het onlicht keert zich af van de spirituele wereld van licht en liefde en probeert een eigen, materialistische, wereld van haat en angst te vormen. Dit doet sterk aan Ahriman denken. Maar waar is Lucifer? Is er slechts een enkel kwaad volgens Christina, of beschrijft zij alleen de strijd tegen Ahriman omdat die nu dominant is?
De mensen gaan door vele incarnaties. Sommigen, of velen, zijn nog nooit op aarde geïncarneerd. Christina zelf vertelt dat ze nu voor het eerst de aarde gekozen heeft omdat deze planeet en haar ontwikkeling haar erg interessant lijkt. Ook zijn er vele wezens geïncarneerd in een mensenlichaam die helemaal geen mensen zijn, en die in dienst staan van het onlicht en aardeontwikkeling in de richting van het licht willen frustreren. Steiner heeft hier ook op geduid. Christina zet het echter sterk aan. Een verschil is wel dat Christina menselijke incarnaties vanuit andere sterren noemt terwijl Steiner zich in de regel beperkt andere planeten, en dan vooral in een verder verleden.
Christina vertelt dat op de huidige aarde ook vele niet-menselijk wezens wonen die een vergevorderde technische cultuur gebruiken maar dat voor de mensen verborgen houden. Ook sommige mensen, landen (en ondernemingen?) hebben revolutionaire technische mogelijkheden (zoals de UFOs en vrije energie) die nog niet voor iedereen toegankelijk zijn. Steiner plaatst dit in de (verre?) toekomst.
Hoewel al voor veel mensen licht en liefde zijn ontwaakt, staan de neuzen nog niet dezelfde kant op. Wij moeten ons verenigen. Ook voor Steiner is de sociale samenwerking uiterst belangrijk, maar toch legt hij er de nadruk op dat dit alleen zinvol is als met samengaat met een persoonlijke groei in bewustzijn, vrijheid en moraliteit.
Soms lijkt het er op het behoud en de ontwikkeling van de aarde door en voor de mensheid in Christina’s boodschap belangrijkste is. Rudolf Steiner schets vooral de ontwikkeling van de mensheid door vele aardefasen heen. Uiteindelijk zal volgens hem de aarde volledig vergeestelijken tijdens het Vulcanus tijdperk. Christina lijkt zich tot een veel kortere tijdschaal te bepreken en schets een spoedige overgang van de aarde van de derde naar de vijfde dimensie.
Uit de mededelingen van Christina wordt niet duidelijk wat dit precies betekent, anders dan dat een tijdperk van licht en liefde zal zijn aangebroken.
In het algemeen lijken de woorden van Christina vooral bedoeld als geruststelling dat “het krankzinnige verhaal waar de hele wereld nu in zit goed zal aflopen”. Ze brengt niet veel begrip bij de lezers met wat bedoeld wordt met “de vijfde dimensie”en met “hogerdimensionale wezens van licht”en met “positieven buitenaardsen” die ons komen steunen vanuit de spirituele wereld. Hopelijk wordt dit later in haar leven duidelijker.
Christina is ontegenzeggelijk een hulp in barre tijden. Zij komt authentiek en integer over en vertelt vooral wat zij in visioenen gezien heeft. Toch blijft het gevoel hangen dat zij zich tot anderen richt dan de leerlingen van de Michaelschool. Zo noemt zij Christus slechts kort in “De ongehoorzaamheid van de liefde”, en dan alleen in het antwoord op een vraag. Het is boeiend om kennis te maken met Christina, maar sommige van haar mededelingen zullen studieuze antroposofen vermoedelijk verwarren.